De brede samenleving en de keuzes die wij maken
Als leider en organisatie ben je deel van de bredere samenleving.
Als leider en organisatie ben je deel van de bredere samenleving.
Gastblog door Stiltecoach Arjen Stellingwerf
In 2020 heb ik met veel belangstelling de Groepsleertrack van The Undefended Leader gevolgd. Met name het thema ‘verstilling’ sprak me erg aan. In de loop van de jaren en door worstelingen heen heb ik mogen leren dat ‘verstillen’ een geschenk is dat je uiteindelijk in vrije beweging zet. Graag deel ik mijn ervaring, op uitnodiging van Liesbeth en Oeds.
Toen ik opgroeide, leerde ik omgaan met de wereld om me heen door me aan te passen. Ik bleef op de achtergrond en voelde me vaak niet krachtig ten opzichte van anderen. Ik probeerde veel controle te houden, maar als het er op aankwam liet ik dingen vaak – uit angst – aan anderen over.
Regelmatig liep ik tegen mijn grenzen aan, bijvoorbeeld in de periode waarin ik predikant was (2017-2021). Ik nam veel verschillende leiderschapshoudingen aan, maar voelde me daarin meestal niet vrij. Mijn bewegelijkheid was daardoor krampachtig en ik ervaarde veel stress en onrust. Langzaam maar zeker raakte ik uitgeput.
In die periode begon ik regelmatig een rondje te wandelen. Ook dat deed ik in eerste instantie vanuit een kramp: het moest vooral nuttig zijn en iets opleveren. Gaandeweg probeerde ik wat meer te ontspannen en dit rondje als een ‘moment van ontvangen’ te zien. Ook startte ik met een maandelijkse Lectio Divina avond in de gemeente: een vorm van biddend Bijbellezen in de stilte. Hoewel ik nog erg zoekende was, liggen hier de eerste kiemen van mijn weg naar verstilling.
Toch bleef ik worstelen met mijn werk als predikant: de dynamiek, het brede takenpakket en de centrale rol binnen de gemeente kostten me veel. Na vier jaar besloten we als gezin terug te verhuizen naar ons sociale netwerk. Na de geboorte van ons derde kind ging ik aan de slag als godsdienstleraar op een middelbare school en opnieuw liep ik in dezelfde valkuil. Al snel bleek dat ik onvoldoende was hersteld van de periode als predikant en dat het werk veel te hectisch voor me was. Voorlopig moest ik echt tot rust komen en een plek zoeken die beter bij me paste.
Doordat ik gedwongen werd stilgezet, lukte het me om stil te staan bij de vragen die me echt bezighielden: Wat is mijn verlangen? Wat heb ik nodig? Wat past bij mij? Met hulp van de praktijkondersteuner van de huisarts ontdekte ik dat diepgang een belangrijke waarde voor me was.
In boeken over hoogsensitiviteit herkende ik veel van mezelf. Voldoende tijd om te ontprikkelen en tot rust te komen na inspanningen was belangrijk. Ook las ik veel over stilte, rust en contemplatief gebed en ging ik regelmatig het bos in om te wandelen. Het was het begin van een visie om gelovigen, leiders en christelijke organisaties te helpen verstillen, verdiepen en verderkijken. Zo werden de fundamenten gelegd voor mijn onderneming Stil Water.
Pas toen ik alle steunkrukken kwijtraakte waarmee ik mijn ego overeind hield (status, inkomen, imago, enzovoort), ontstond er vrijheid om nieuwe keuzes te maken. Ik moest nog wel leren om keuzes in vrijheid te maken. Het eerste jaar als ondernemer gaf me daar een uitstekende kans voor. Niet dat het allemaal makkelijk was: ik had een visie, maar verder in feite nog niets.
Het duurde bijna een jaar voordat ik mijn eerste klanten kreeg. Een aantal keren kwam ik in de verleiding het bijltje erbij neer te gooien en toch maar weer te gaan solliciteren. Toch lukte het me om in vertrouwen kleine stapjes te zetten, omdat ik leerde regelmatig in de stilte Gods aanwezigheid te zoeken. Dat gaf een basis om op verder te bouwen.
Ik geloofde altijd wel dat God de bron van mijn leven is en dat ik de dingen van Hem mocht ontvangen, maar vond het lastig daar in de praktijk handen en voeten aan te geven. Nu gaf verstilling mij een praktische manier om telkens terug te gaan naar God als bron van erkenning en om het leven als een geschenk te aanvaarden. Daardoor kreeg ik minder last van onrust en stress. Ik durfde een versnelling langzamer te gaan en meer los te laten.
Met name contemplatief gebed is een vorm van verstilling die me helpt de juiste focus te houden. Predikant en docent spiritualiteit Jos Douma noemt deze vorm van gebed: ‘aandachtig aanwezig zijn in Gods aandachtige aanwezigheid.’ De stilte is dus niet zozeer een manier om leeg te worden, maar om je bewust te worden van Gods aanwezigheid en je focus te verleggen naar de dingen die er werkelijk toe doen. Door te rusten in Zijn aanwezigheid, word je gevuld met een verlangen om Hem, je naaste én jezelf lief te hebben.
Zo kan verstilling je weer in vrije beweging zetten. Al struikelend mogen we leren leven vanuit Gods genade (wat letterlijk ‘geschenk’ betekent) op onze long walk to freedom.
Door de jaren heen hebben we ervaren dat het undefended gedachtegoed zich niet beperkt tot het onderwerp leiderschap of een bepaalde sector, maar van toepassing is op heel het leven.
Zo kun je de acht leiderschapshoudingen, die beschreven zijn in het boek ‘Leidinggeven met niets te verliezen’ bijvoorbeeld toepassen op de interactie in een gezin, lesgeven in het onderwijs en op het houden van een presentatie of lezing. In deze situaties heeft de houding van ‘stil zijn’ (ook wel zelfontlediging genoemd) een ongekende kracht. Het is de houding waarbij je op het eerste gezicht alleen maar op je handen zit. Je houdt je mond dicht, je bemoeit je niet met de gang van zaken. Een houding van verstilling. Je kunt het vergelijken met de verstilling van de winter, want ook hier is het niet wat het lijkt. Op de achtergrond wordt er actief geluisterd en afgestemd en ontkiemen zaden. Hoe werkt dat en waarom is dat nodig?
Simon, in jouw boek The Undefended Leader Trilogy citeer je Maggie Ross[1]: ‘Actie die niet voortkomt uit stilte is louter techniek en reduceert de volger die ernaar handelt.’ Wat heeft dit citaat ons te zeggen?
We leven in een tijdperk van actie. CEO’s, investeerders, politici en leiders van goede doelen organisaties brengen nieuws, reageren op markten, doen investeringen, analyseren gegevens. Het citaat van Maggie Ross daagt ons uit te overwegen hoe al die acties in feite leeg kunnen zijn – slechts technieken om de gegevens te beheren, maar zonder enige waarde, of betekenis of inhoud of positieve realiteit.
Als mens en leider vervallen we vaak in ‘louter techniek’. We doen iets, maar ons hart is er niet echt bij. We kijken niet meer om ons heen, we zijn de verbinding met de ander kwijtgeraakt.
Het publiek is slechts toeschouwer dat overtuigd moet worden door de techniek. We worden onderworpen aan verfijnde mechanismen die anticiperen op onze reacties. Om vervolgens boodschappen te krijgen die alleen uit zijn op de wensen van de politicus of het bedrijf. Het resultaat: we worden tekortgedaan. We worden aan de technieken onderworpen, gereduceerd tot statistieken, stemmen en objecten van marketing en reclame.
Dit zie je heel duidelijk terug in de sociale media. Onze likes worden gevolgd en in real time worden ons door algoritmen aangestuurde berichten voorgeschoteld. In deze ‘lus’ worden we gereduceerd tot louter eenheden van aandacht, gecontroleerd en geoogst door het sociale mediabedrijf. Ondertussen beroven de sociale media ons van onze eigen verstilling. De diverse kanalen eisen onze aandacht op, zorgen voor angst en een ritme waarin we voortdurend worden afgeleid.
Verstilling is de plaats waar onze identiteit, onze waarden, ons wezen en ons handelen verenigd zijn. Ze bewegen in tijd met elkaar. Verstilling heeft een kern die stabiel is en kan opmerken wat er gebeurt zonder erdoor te worden gedreven. Verstilling is een plaats waarin we ook tegenslag, lijden, verdriet en verlies onder ogen kunnen zien en kunnen overleven zonder erdoor te worden vernietigd. We weten wie we zijn. We zijn geliefd en we worden gekend, ongeacht of ons bedrijf, onze politieke partij of onze kerk succesvol is. Daarom is verstilling een plaats van vrijheid vanwaaruit we met helderheid wijs kunnen handelen in de wereld.
We kunnen daarom zeggen: actie die voortkomt uit verstilling versterkt het volledige menszijn van de volger die ernaar handelt.
In ons handelen kunnen we gebruikmaken van heel het repertoire aan strategieën (bevelvoerend (VSC), zelfontledigend (AZC), aansluitend (VZU) enzovoort) met als doel mensen hun volle menszijn in al haar facetten te helpen omarmen. Al onze acties hebben dan die intentie. Vanuit verstilling krijgen onze acties ook consistentie en de juiste timing. Wat we doen en zeggen stelt ons publiek in staat meer volledig mens te worden. Dat doel blijft onze ‘regisseur’ op het toneel, bij wijze van spreken. Als dat betekent dat wij onszelf opofferen of onze eigen rol op het toneel verliezen, dan zij het zo. We handelen niet om onze status of betekenis in het toneelstuk te behouden. Wijzelf zijn niet de hoofdrolspeler.
Ten slotte betekent handelen vanuit verstilling dat we elke keer optreden met empathie, mededogen en moed. We voelen de impact die ons handelen zal hebben op ons publiek. Het is niet slechts een techniek die we gebruiken terwijl onze gedachten uitgaan naar het avondeten. In zoverre kost handelen uit verstilling ons emotioneel iets, omdat we ons kwetsbaar opstellen.
Als we rusteloos worden, afgeleid en druk, dan gaan we onszelf verdedigen. Onthoud dat verstilling niet simpelweg een mentale focus/ een soort meditatie is. Het is een bewustzijn van de liefde van God voor ons, zodanig dat we onze eigen agenda, macht en actie kunnen afleggen. We worden ‘stil’ door de aandacht en blik van Hem die ons liefheeft. Verstilling wordt gevonden wanneer we in die blik worden vastgehouden.
Als ik mijn hoofd afwend van die blik, begin ik bang te worden, word ik gegrepen door angsten en andere drijfveren.
Ik zal eerlijk zijn. Ik ben vaak beter in het inpassen van verstilling in tijden van crisis en moeilijkheden dan wanneer het makkelijk gaat. Ik heb het nodig om verstilling meer tot de kern van mijn handelen te maken.
Voor mij is het dagelijks luisteren naar een Lectio Divina heel belangrijk (Gods Woord aandachtig lezen). Ik gebruik de dagelijkse bron Lectio 365 die ik geweldig vind.
Ik probeer ook op te merken of ik nog midden in een gesprek of vergadering zit. Ik doe dit door na te gaan waar mijn geest op is gericht, of ik afgeleid ben en probeer te haasten of te duwen. Ik probeer op te merken hoe mijn lichaam zich voelt, waar ik naartoe word getrokken. Ik probeer mijn geest te ontdoen van mijn versie van de toekomst die ik heb gecreëerd, en aandacht te schenken aan het heden. Ik probeer open te staan voor veranderingen die ik misschien niet had verwacht en voorzien. Ik probeer mijn instinctieve reacties op dingen in te houden en beter te luisteren, niet te snel te oordelen of conclusies te trekken.
Ik ben hier niet erg goed in hoor! Zoals ik zeg, het is makkelijker in tijden van intense crisis dan in het gewone leven, wanneer je soms gewoon kunt vertrouwen op je normale manier van zijn. Dus ik ben nog maar een beginner in deze praktijk.
Ik probeer deze weg te zien als een reis om meer vooruitgang te boeken. In plaats van het succes van mijn werk of mijn laatste project, probeer ik me ten doel te stellen goed te reizen op mijn levensweg, te leven vanuit een meer verstild centrum. Als ik dat tot mijn doel kan maken, denk ik dat ik op de goede weg ben.
Naar een nieuwe fase met ons Instituut
Door Oeds Blok
Als Instituut zijn we goed door de coronacrisis gekomen door ons creatief aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Beiden, Liesbeth en Oeds, houden we van inhoudelijk ontwikkelen en met flink wat energie hebben we voor twee groepen een hybride (online en fysiek) Groepsleertrack opgezet. Dit gaf ons de middelen om bijvoorbeeld twee e-books te schrijven en vorm te geven. Min of meer onbewust kozen we ieder persoonlijk ook een ontwikkelspoor. Liesbeth ging een opleiding doen over ‘succesvol zakelijk ondernemen’ en Oeds over ‘begeleiden tot herstel na machtsmisbruik’. Vanwege de groei besloten we tot het inrichten van enkele systemen en processen om overzicht te houden over de communicatie. Hier kregen we externe hulp bij. Ook gingen we onze producten meer standaardiseren. Van de ene verandering kwamen we in de andere terecht.
We vertellen onze ervaring met veranderen als organisatie in drie stappen.
1. Ongenoegen en onbegrip als boden van een nieuwe fase (groeifase: onbewust zijn)
In de loop van het jaar 2022 ontstond er ongenoegen en onbegrip. Oeds, met de kracht en valkuil van het aanpassende ego, opperde plannen voor nieuwe werkwijzen passend bij nieuwe vraag van klanten. Liesbeth, met de kracht en valkuil van het vormende ego, had net hard gewerkt aan het standaardiseren van onze producten. Oeds voelde zich beperkt in bewegingsruimte en Liesbeth voelde geen commitment voor de ingeslagen weg. Dit onbegrip kostte ons beiden veel energie. Liesbeth gaf aan dat het zo niet verder kon. Gaandeweg waren we in een nieuwe fase gekomen van onze organisatie, maar we hadden niet het overzicht om dit samen te doordenken en bespreken.
→ Waar merk jij ongenoegen of onbegrip bij jezelf of in je organisatie? Van welke nieuwe fase of ontwikkeling is dit mogelijk een bode?
Internationaal bekend is het groeimodel voor organisaties van Larry Greiner. Greiner onderscheidt een aantal groeifasen die steeds worden afgesloten met een managementcrisis. Hij ziet crisis als een normale ontwikkeling bij groei. Greiner stelt dat door deze crisis verdere ontwikkeling in de zin van structuurwijziging noodzakelijk wordt, op straffe van verval en het verdwijnen van de organisatie.
Afbeelding: Managementmodellensite
2. De spannende beweging van achtergrond naar voorgrond (groeifase: bewustwording en erkenning)
In de leiderschapscrisis liepen we beiden als het ware in de mist. We waren ons niet goed bewust van wat er speelde in het onbegrip. Om meer helderheid te krijgen was het nodig om de beweging van de achtergrond naar de voorgrond te maken door ons uit te spreken naar elkaar. Het voelde spannend om ons uit te spreken in wat we nodig hadden, persoonlijk en voor het functioneren als organisatie. We realiseerden ons ook dat we hulp van buitenaf nodig hadden en andere input.
We brachten een lange ochtend door met businesscoach Bart van den Belt. Zijn luisterend oor en provocerende coaching dwongen ons beiden om onszelf te laten zien. Waar loop ik tegen aan bij de ander? Kom maar …! Wat wil ik? Wat wil ik niet? Welke rol past bij mij en welke niet? Bart hielp ons in te zien dat we onbewust voorzichtig naar elkaar toe waren geworden. Hij nodigde ons uit om opnieuw open te zijn naar elkaar ‘met niets te verliezen’. Daarnaast liet hij ons de fase zien van ontwikkeling van ons bedrijf. We groeien, in het model van Greiner, van de pioniersfase (groei door creativiteit) naar de managementfase (groei door leiding). Bart vroeg door naar de feiten: wat zijn de cijfers, gekoppeld aan de uren die jullie besteden? Ook vroeg hij door naar de carrières van onze vaders als ondernemer en verkoper. Dit zorgde voor openheid over onze onbewuste patronen en angsten (egovorming). Bovenal daagde hij ons uit om elkaars eigenheid te omarmen en niet van elkaar te verwachten wat niet past bij ons als persoon. Deze ochtend voelde als een doorbraak. Tegelijk wisten we allebei dat er nu werk aan de winkel was. Het was nodig om oude vormen en patronen achter te laten en het Instituut voor ons te zien in een nieuwe fase, op de langere termijn gericht op overdraagbaarheid in de toekomst.
→ Hoe kun jij het ‘onbespreekbare’ bespreekbaar maken?
→ Welke begeleiding of input heeft jouw organisatie nodig van buitenaf?
3. Hernieuwde visie vormen en fundamenten bouwen (groeifase: nieuwe keuzes)
Omdat Liesbeth de noodzakelijke stappen in organisatieontwikkeling meer aanvoelde en voor zich zag, kreeg zij het mandaat om visie en fundamenten uit te werken in een compact document. Zij nam dit voortvarend ter hand en in een ontmoeting gaf zij op een undefended wijze Oeds de ruimte om te reageren en mee te denken. Het leiderschapskwadrant maakt de beweging om tot nieuwe visie en fundamenten te komen inzichtelijk. Bij het schrijven van het document ging Liesbeth van Visionair (achtergrond, sterke kracht, uitbreidend) naar Funderend (achtergrond, sterke kracht, consoliderend). In de ontmoeting met Oeds was er vervolgens de Overeenstemming (voorgrond, zachte kracht, consoliderend) en Aansluiting (voorgrond, zachte kracht, uitbreidend) en gaf Oeds Visionair en Funderend zijn input.
Afbeelding: Leiderschapskwadrant Undefended Leadership
Met enkele kleine aanpassingen werd er zo een hernieuwde visie gevormd en een nieuw fundament gebouwd voor de periode 2023-2027. Er kwamen ook veranderingen in de structuur, met onder andere het zoeken naar een derde partner voor het Instituut, iemand met hart en expertise in bedrijfsvoering en strategie. Dit biedt ons de ruimte om te doen waar we goed in zijn en waar ons hart ligt: het begeleiden van leiders, persoonlijk en in groepen. Het was voor ons een verrassing om onverwacht snel deze nieuwe partner te vinden in Joke Haaijer. We willen groeien van een startup naar een financieel gezonde, gevestigde organisatie met zeven gecertificeerde begeleiders in 2027. Als missie hebben wij verwoord: ‘Instituut voor Undefended Leadership is opleider in leiderschap, met aandacht voor zingeving vanuit christelijke inspiratie, gericht op ontwikkeling van vrije leiders in de samenleving in Nederland en Vlaanderen.’
Greiner impliceert met zijn groeimodel dat het normaal is in onze snel veranderende samenleving om als organisatie elke drie jaar een cyclus te doorlopen van strategie en planning en deze cyclus op te nemen in je gewone functioneren. Deze groei verloopt altijd met momenten van crisis en de uitnodiging is om deze met open vizier tegemoet te treden. Wij hebben ervaren dat veranderen als organisatie, en als mensen in de organisatie, veel moeite kost. Het gaat met horten en stoten. De verwarrende fase van ongenoegen en onbegrip vraagt om moedig verduren en zelfreflectie, waarbij het herkennen van de boden van een nieuwe fase tijd en innerlijke ruimte kost. Bewegen van de achtergrond naar de voorgrond en het onbespreekbare openleggen is spannend. Begeleiding van buitenaf helpt om in dit proces tot een doorbraak te komen. Zo ontstaat er ruimte voor nieuwe, gezamenlijke keuzes voor visie en fundament. Op dit moment voelen wij dat deze nieuwe keuzes ook loslaten van het oude vragen. Groei en verlies gaan immers hand in hand. De komst van Joke betekent voor ons het loslaten van dingen die we zelf deden en het toevertrouwen van werkprocessen en de bedrijfsvoering aan haar. Deze undefended kritische keuze zal bijdragen aan de groei van onze organisatie. Wij hopen zo onze missie van het opleiden van ‘vrije leiders in de samenleving’ vorm te geven; met anderen, met velen, met jou.
→ Welke aandacht wil jij in je organisatie geven aan hernieuwde visie en fundamenten?
Zijn vrouwelijke leiders ‘eenzaam aan de top’?
We zitten in de ‘Week tegen Eenzaamheid’ waarin ontmoeting en verbinding centraal staan. Overal in het land worden mooie initiatieven genomen om mensen met elkaar in contact te brengen.
Hoe zit het eigenlijk met vrouwelijke leiders? Is het eenzaam aan de top of valt dat wel mee? Steeds meer vrouwen nemen belangrijke leiderschapsposities in. Denk alleen al aan onze eigen bewindspersonen, ministers en staatssecretarissen zoals Sigrid Kaag, Carola Schouten, Dilan Yeşilgöz-Zegerius, Hanke Bruins-Slot, Kajsa Ollongren, Micky Adriaansens, Karien van Gennip, Liesje Schreinemacher, Christianne van der Wal-Zeggelink, Conny Helder, Alexandra van Huffelen, Gunay Uslu, Aukje de Vries en Vivianne Heijnen. Een indrukwekkende rij vrouwen die ons land besturen.
In deze blog staan we stil bij vrouwelijk leiderschap en de ervaren eenzaamheid daarin. We doen dit aan de hand van onderzoek door onze collega Joyce Jurjevich-Haaijer, die zich heeft laten inspireren door een passage uit het boek ‘Leidinggeven vanuit wie je bent’ van Simon Walker.
Ook laten we zien dat we steeds meer vrouwen mogen verwelkomen op onze leertracks en bieden we de mogelijkheid om te herbronnen met Undefended Leadership.
We blijven elkaar graag vasthouden op de undefended weg!
Met een hartelijke groet,
Oeds Blok & Liesbeth van Tongeren
info@undefendedleader.nl | 06-46342691 | 06-21111202
De steile berg die leiderschap heet
Door Liesbeth van Tongeren
Voor de zomer behaalde Joyce Jurjevich-Haaijer (coördinator leertracks Undefended Leader) haar master in Leadership & Change Management. Joyce heeft een afstudeeronderzoek gedaan naar de ervaren eenzaamheid onder vrouwelijke leiders in de financiële sector, met als kernvraag: zijn vrouwelijke leiders eenzaam aan de top? De uitkomsten helpen ons om bewust te worden van het verschil tussen een defended en een undefended beklimming van de leiderschapsberg als (vrouwelijke) leider.
Simon Walker noemt de leiderschapsberg een eenzame, bittere tocht. Hij schrijft: “Toch denk ik dat iedereen die begonnen is aan de klim, of dit nu een moeder, een leraar of het hoofd van een multinational is, een besef zal hebben van de druk die bij deze reis hoort: idealisatie, idealisme, onvervulde behoeften, een niet-meelevende omgeving die zorgt voor een gevoel van eenzaamheid gepaard met de vele uitdagingen op de weg.“ (Leidinggeven vanuit wie je bent, hoofdstuk 2 ‘De vijandige wereld van de leider, p. 30).
Afbeelding 1 – Leiderschapsberg
Joyce: “De inhoud van dit tweede hoofdstuk van ‘Leidinggeven vanuit wie je bent’, het plaatje van de berg (zie afbeelding 1) en de woorden in de tekening vind ik hartverscheurend en zo herkenbaar. Het begrip ‘eenzaamheid’, gevallen van ‘de klif van ontsporingen’ en nu onderaan de berg, treft me het meest.”
Joyce besloot om voor haar onderzoek vrouwelijke leiders te interviewen over hun persoonlijke ervaring met eenzaamheid op het werk. Het kwalitatieve onderzoek geeft aan dat de betrokken vrouwen de ‘steile berg’ herkennen en ervaren, waarbij het de ene dag pittiger is dan de andere.
Conclusie van het onderzoek
De ervaren authenticiteit, (negatieve) perceptie van anderen, transparantie en verbinding zijn van invloed op het wel of niet eenzaam voelen van de betrokken vrouwelijke leiders, is de conclusie van het onderzoek. Vooral als vrouwen zich inlaten met de (negatieve) perceptie van anderen wordt de leiderschapstocht als eenzamer ervaren.
Undefended Leadership spreekt in dit geval over ‘goedkeuring ontvangen van volgers’ in de cyclus van de onbewuste wisselwerking tussen leiders en volgers (zie afbeelding 2, p. 28 van het boek).
De behoefte aan goedkeuring krijgen, herkennen we waarschijnlijk allemaal. We vragen ons als mens en leider vaak af: Wat wil of verwacht de ander? Hoe zou ik overkomen als ik dit zeg of dit doe? En welke gevolgen kan dat voor mij of mijn leiderschap hebben? Juist deze houding kan bijdragen aan meer gevoelens van eenzaamheid.
Afbeelding 2 – De cyclus van de onbewuste wisselwerking tussen leiders en volgers
Joyce legt uit: “De vrouwelijke leider vraagt zich steeds af ‘Deel ik deze situatie/deze gedachte wel of niet’ en is daardoor veel bezig met ‘het moment kennen’, op een defended manier. Niet uit vrijheid maar uit angst voor het beeld dat de ander van haar als vrouwelijke leider heeft, vaak gebaseerd op aannames. Dit leidt tot meer gevoelens van eenzaamheid.”
Drempel om een open houding aan te nemen
Een voorbeeld maakt dit duidelijk: een van de geïnterviewden kreeg voorafgaand aan een vergadering een slechte diagnose te horen over de situatie van haar dochter. Ze was daardoor flink van slag. Gedurende de hele autorit naar de vergadering was ze met zichzelf in gesprek of ze dit wel of niet zou delen met haar team en collega’s. De aanname dat ze niet professioneel zou overkomen en meer als ‘moedertje’ dan als directeur zou worden gezien als ze het zou delen, gaf de doorslag.
Dit soort voorbeelden kwamen vaak naar voren in het onderzoek. Situaties waarin vrouwen nadenken of ze iets wel of niet delen, rekening houdend met de perceptie die anderen van hen hebben. En dit leidt tot meer eenzaamheid.
Dezelfde vrouwelijke leider gaf aan dat mannelijke collega’s wél makkelijk persoonlijke dingen delen en dat anderen dit nooit als gek ervaren. In het algemeen ervaren de vrouwelijke leiders een drempel om zaken uit hun privéleven te delen.
Bron(nen) van erkenning
We vroegen Joyce wat ze zelf uit het onderzoek heeft opgepikt. Ze geeft aan: “Bezig zijn met het beeld dat de ander over je heeft, is defended en kan uiteindelijk leiden tot meer eenzaamheid (aan de top). Terwijl als (vrouwelijke) leiders vanuit vrijheid (undefended) handelen – vanuit de overtuiging dat de bron van erkenning genoeg is – zij veel transparanter, kwetsbaarder en authentieker kunnen zijn en dit zal leiden tot minder eenzaamheid.
Anders gezegd: Als je je minder bezighoudt met de (negatieve) perceptie van de ander en meer aandacht besteedt aan de Ander dan ben je beter in staat om verbinding te maken. Daardoor zal eenzaamheid afnemen. Simon Walker spreekt over een goddelijke bron door wie je gekend, begrepen vastgehouden wordt, de Ander met hoofdletter A. Liefde toelaten van anderen en vertrouwen op de Ander. En dan denk ik aan deze tekst: Wat kunnen wij hier nog over zeggen? Als God aan onze kant staat, wie kan dan tegen ons zijn? (Romeinen 8:31)
Om de undefended weg te gaan, is het nodig je als (vrouwelijke) leider minder bezig te houden met de perceptie van anderen en (een) bron(nen) te vinden die je onvoorwaardelijk erkennen en steunen. Op de steile berg die leiderschap heet maken jouw bronnen van erkenning je ‘warm’ en open gedurende de reis die je mag ontvangen. Dat leidt tot verbinding.”
Om over na te denken
Groeiend aantal vrouwen neemt deel aan de Leertrack The Undefended Leader
Het thema van deze blog deed ons reflecteren op de deelname aan onze leertracks, en dan de verdeling man/vrouw. We waren gewoon benieuwd en wisten al wel dat er meer mannelijke deelnemers zijn. We hebben de cijfers er even bij gepakt en het blijkt dat in de loop van de tijd steeds meer vrouwen deelnemen aan onze leertracks.
De eerste leertrack vond plaats in oktober 2017 met een pilot groep van zeven deelnemers waaronder één vrouw. Het percentage vrouwelijke deelnemers is inmiddels verschoven van 14% naar 34%. Het aantal mannelijke deelnemers is dus nog wel altijd groter: 124 van de in totaal 187 deelnemers aan een leertrack is man.
Wij ervaren dat het gedachtegoed van de undefended leider (met als kern de inzet van zachte kracht) zowel vrouwen als mannen verder helpt in het vergroten van vrijheid en bewegelijkheid. We hopen weer veel mannen en net zoveel vrouwen te mogen verwelkomen in de komende periode.
Grafiek 1 – Verdeling man/vrouw deelnemers Leertrack (N=187)
‘Ze hebben me kapotgemaakt‘
Door Hans Blok
Op 20 september 2021 zag ik op de televisie de documentaire ‘Alleen tegen de staat‘. De rillingen liepen over mijn rug. In de documentaire vertellen vijf moeders, die slachtoffer werden van het toeslagenschandaal, in ijzingwekkende monologen hoe hun leven en dat van hun kinderen werd verwoest door een systeem waaruit iedere menselijkheid was verdwenen. Eén van de moeders zegt letterlijk: ‘Ze hebben me kapotgemaakt‘. Daar moest ik iets mee, ik kon niet anders.
Mensen van vlees en bloed
Ik ben Hans Blok en werk als strategisch adviseur sociaal domein in de gemeente Haarlemmermeer. Daar adviseer ik op het brede terrein van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen. Ik heb veel met managers en bestuurders te maken en houd hen altijd graag een spiegel voor, vanuit de praktijk. Immers, het sociaal domein gaat over mensen van vlees en bloed.
Je zou dat makkelijk kunnen vergeten. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft bij de overheid namelijk een managementfilosofie haar intrede gedaan – New Public Management – die naar voorbeeld van het bedrijfsleven sterk gericht is op efficiëntie. Vanuit deze gedachte is de dienstverlening van de overheid meer gedigitaliseerd, geconcentreerd (als burger kun je op steeds minder fysieke plekken terecht) en uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties. De overheid is hiermee steeds meer op afstand van burgers komen te staan.
Tegenspraak
Efficiëntie verhoudt zich slecht tot nabijheid tussen burgers en overheid. In de leefwereld van burgers draait het om andere woorden en waarden. Het dichter bij elkaar brengen van de leefwereld van burgers en de ‘systeemwereld’ van de overheid, en de mensen om wie het gaat onder de aandacht brengen op de plekken waar beleid wordt gemaakt zijn vormen van tegenspraak. Ik maak daar in mijn rol vaak gebruik van. Tegenspraak is een verbindende taal tussen beide werelden. Een taal die opkomt voor ieders recht. Een taal die de woorden en waarden van de ander (er)kent.
Als vanzelf kom ik dan bij de documentaire over het toeslagenschandaal. Ik voelde dat ik daar iets mee moest, ik kon niet anders. Die ene uitspraak, ‘ze hebben me kapotgemaakt’, resoneerde dusdanig dat ik in beweging kwam. Ik stuurde een mailtje aan mijn directeur met een opzet voor een bijeenkomst om te luisteren naar gedupeerden en de vraag of zij dit initiatief wilde ondersteunen. Haar antwoord was: ‘Ja, wat mooi!’
Afgelopen 16 mei was het zover. In een theaterzaal kwamen we bijeen met circa 50 collega’s uit het sociaal domein, een wethouder, raadsleden, leden van de rekenkamer – een onafhankelijk orgaan dat de taak heeft het bestuur van de gemeente te toetsen – en leden van de Participatieraad – een onafhankelijk orgaan dat het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseert en het beleid bekijkt door de bril van de burger. Naar aanleiding van de documentaire stonden we als gemeente stil bij de vraag ‘Menselijkheid in het systeem, wat vraagt dat van ons?’ Twee gedupeerden uit Haarlemmermeer waren aanwezig en deelden ieder hun eigen, hartverscheurende verhaal. Het werd een onderzoekende ontmoeting.
Diep luisteren
Voor de pauze keken we samen de documentaire ‘Alleen tegen de staat’. Maar niet voordat we van Suzanne Leclaire-Noteborn, oprichter van het platform The Curiosophy Collective, een les kregen in de kunst van diep luisteren. Wetenschapper Otto Scharmer beschrijft in zijn boek Theory U vier niveaus van luisteren die essentieel zijn voor bewust en persoonlijk leiderschap.
Niveau 1 Downloading
Deze vorm van luisteren is horen wat je al kent en de rest negeren. Horen wat past binnen je eigen referentiekader ter bevestiging van je eigen wereldbeeld.
Niveau 2 Feitelijk luisteren met open geest
Je hoort wat anderen zeggen, stelt daar vragen over, toont nieuwsgierigheid en observeert data (object- of feitgericht). Door je oordeel uit te stellen en je geest te openen, richt je je op dat wat verschilt van wat je al weet. Je toetst je bestaande kennis aan de nieuwe informatie en kijkt of je vandaaruit je beeld moet bijstellen.
Niveau 3 Empathisch luisteren met open hart
Op het niveau van empathisch luisteren hoor je de ander met zijn of haar gevoelens en tegelijkertijd hoor je de gevoelens van jezelf. Je luistert met je hart. Op dit niveau probeer je je door inlevingsvermogen in de ander te verplaatsen.
Niveau 4 Generatief luisteren met open wil
Bij het vierde niveau gaat het om wakker aanwezig zijn in het nu en openstaan voor alles wat zich aandient. Op dit niveau ontstaat er contact met onze diepste bron, met een andere wijsheid waar we met onze ratio vaak niet bij kunnen. Hiervoor is stilte nodig en ook lef. Lef om controle en zekerheid los te laten en op een andere manier te luisteren.
Muziek kan een waardevolle bijdrage leveren aan diep luisteren, je openstellen. Met ‘live’ trompetspel van André Heuvelman – hij verbindt mensen met muziek, elkaar en zichzelf – namen we een aanloop naar de documentaire. Zichtbaar door de verhalen geraakt gingen we de pauze in.
Persoonlijk verhaal
Na de pauze kwam het toeslagenschandaal dichterbij. In een interview met de twee gedupeerden nam Suzanne Leclaire-Noteborn ons stap voor stap mee in hun ontluisterende verhaal. Er was bewust geen interactie met het publiek, dat werd gevraagd te luisteren en een oordeel uit te stellen.
Ook al is het toeslagenschandaal veroorzaakt door de Belastingdienst, in de verhalen kwam ook terug wat wij als gemeente beter hadden kunnen doen in de nasleep ervan (wij hebben als gemeente contact gezocht met alle gedupeerden, om hen te helpen). Wat beide gedupeerden al die jaren hadden gemist, is iemand die (als mens) naast hen stond. Keer op keer stonden ze er alleen voor.
Na de interviews was ik aan de beurt. Ik vertelde over mijn eigen jeugd. Waarin mijn vader regelmatig riep: ‘Ze hebben me kapotgemaakt’. Hij had een goedlopend bedrijf en werd in 1981 in het programma ‘Koning Klant’ (consumentenprogramma VARA) als oplichter afgeschilderd. Jarenlang heeft hij geprocedeerd, tot aan de Hoge Raad. De rechter oordeelde de uitzending als onrechtmatig. Schadevergoeding kreeg mijn vader niet, omdat hij het causale verband tussen de uitzending en het instorten van zijn bedrijf niet heeft kunnen aantonen. Als kind heb ik dat altijd zeer onrechtvaardig gevonden. Op den duur was hij niet meer in staat persoonlijke relaties te onderhouden. Ook niet met mij. In eenzaamheid stierf hij in een klooster. Dit, mijn persoonlijke verhaal, was mijn diepste drijfveer voor het organiseren van deze bijeenkomst. Ik moest wel, ik kon niet anders.
Ruimte om zich uit te spreken
Na mijn verhaal begonnen we de dialoog. We zochten onder leiding van André Heuvelman al hummend eerst onze gezamenlijke toonsoort. De dialoog voltrok zich in de vorm van het formuleren van onderzoeksvragen naar aanleiding van wat we hadden gezien en gehoord. Een groot aantal deelnemers deelde hun onderzoeksvraag met de andere aanwezigen. Dat ging gepaard met boosheid, verdriet, frustratie en verlangen. Mijn directeur verwoordde iets dat in veel vragen naar voren kwam, een soort rode draad: ‘Wat belemmert ons een inwoner die om hulp vraagt te helpen?’
Ik mocht afsluiten met een reflectie. Rechtmatigheid en doelmatigheid zijn termen die we vaak gebruiken in het sociaal domein. Rechtmatigheid gaat over het toepassen van wetten en regels. Doelmatigheid gaat over efficiëntie. Een term die we nauwelijks gebruiken is rechtvaardigheid (wat is eerlijk, billijk, fair, humaan), wat betekent dat gelijke gevallen gelijk behandeld behoren te worden en ongelijke gevallen ongelijk. Dit is het gelijkheidsbeginsel, een grondrecht. Rechtvaardigheid raakt aan menselijkheid. ‘Welke positie je ook bekleedt, ik roep jullie op tot menselijkheid!’
Om over na te denken
→ Wat wil jij oefenen of doen naar aanleiding van deze blog? Wat is voor jou een ‘moment van de waarheid’ om dit te doen?
‘Je hebt veel genade nodig hebt om met werk te kunnen beginnen, maar je hebt nog meer genade nodig om met werk te kunnen stoppen’ – Benedictus
In vijf jaar tijd niet zoveel geleerd als nu in een paar maanden …
Door Liesbeth van Tongeren
Op haar laatste werkdag ruimt Eveline Schot tijd in voor een interview. We spreken elkaar over het neerleggen van haar rol als regiomanager en wat daarvoor nodig was.
Wil je iets over jezelf en je achtergrond vertellen?
Ik ben Eveline Schot, 51 jaar en ben getrouwd met Paul. Samen hebben we twee kinderen van 23 en 25 jaar. In mijn studententijd heb ik criminologie, strafrecht en privaatrecht gestudeerd en na een half jaar in Nepal gewoond te hebben ben ik gaan werken bij het Joods Maatschappelijk Werk. Daarna ben ik ruim twintig jaar werkzaam geweest bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In 2018 heb ik de overstap gemaakt van de Rijksoverheid naar de sector Zorg & Welzijn om hele andere dingen te kunnen leren. Ik ben toen regiomanager geworden bij het Leger des Heils in de regio Noordwest.
Je geeft al meer dan twintig jaar leiding op tactisch en strategisch niveau. Wat is voor jou de essentie van leidinggeven?
Kortgezegd: anderen laten groeien en bloeien. Het mooiste aan leidinggeven is voor mij om de jonge, startende leider zijn eigen potentieel te laten ontdekken en erop te leren vertrouwen dat je veel meer kunt dan je denkt. Leidinggeven is in mijn ogen een ambacht, een vak. Er wordt van je gevraagd om meerzijdig te kijken; in het belang van de organisatie, je medewerkers en de buitenwereld. Leidinggeven doe je niet alleen, dat doe je samen. Met zicht op je eigen kwaliteiten en tekorten, om zo te ontdekken dat je mag zijn wie je bent, ook als leider. Je geeft leiding met een blik naar binnen en een blik naar buiten.
Je hebt je functie van regiomanager bij het Leger des Heils neergelegd. Hoe kom je tot deze keuze?
Het sluimerde al twee jaar. Regelmatig dacht ik: Ik mag helemaal niet stoppen. Ik ben er nog maar kort en er zijn zoveel mooie mensen om mij heen. Als ik zou stoppen had ik meer het gevoel van weglopen dan van neerleggen van mijn taak. Voor mijzelf was het nodig het proces door te maken. Het was niet een kwestie van vluchten of wegrennen, maar een bewuste stap. Een keuze. Mijn omgeving – directe naasten en vriendinnen – gaf al langer aan: ‘Stop er toch mee.’ Ik dacht dan: Kom op, ik ga er mee door. Ik ben niet ziek.
Een half jaar lang heb ik onderweg naar mijn werk gebeden om een teken dat ik weg mocht gaan. Ik heb geen teken gekregen. Als ik bijvoorbeeld mijn been had gebroken, dan had ik kunnen stoppen. Maar dat gebeurde allemaal niet. Het vroeg van mij om op een andere frequentie af te stemmen. En heel eerlijk: als ik in de spiegel keek dan zag ik een afgetobde vrouw. Ik kon niet geven wat ik zou willen geven omdat ik uitgeput was.
Tijdens een audit stelde een auditor een vraag die de ommekeer gaf. Hij vroeg: ‘Jullie hebben turbulente tijden doorgemaakt. Zijn jouw managers gebleven?’ En toen realiseerde ik mij: ja, ze zijn allemaal gebleven en dat is niet vanzelfsprekend en ik heb de vrijheid om weg te gaan. Ik mag een keuze maken vanuit alle wijsheid en in vrijheid, niet gedwongen door een burn-out of door problemen in de samenwerking. De auditor heeft met het stellen van die vraag mij in de vrijheid gezet.
Simon Walker geeft aan dat het goed zou zijn voor leiders om elke vijf jaar hun rol neer te leggen. Hoe kijk jij hier tegenaan?
Dat zou ik heel goed vinden. Bij de overheid volgen ze dit principe. Het heeft te maken met je rol als leider waarbij je boven en om anderen heen staat, om de organisatie en mensen te laten bloeien. Maar er zijn zoveel verschillen in doelen en mensen dat je niet moet denken dat jij altijd degene bent die dat het beste kan (bege)leiden. Soms is het de tijd om andere accenten te leggen en andere manieren in te zetten. En daar heb je andere leiders voor nodig.
Het is ook van belang voor de leider zelf om een steeds breder pallet te ontwikkelen voor het in verbinding zijn met de mensen om je heen. Dat je meer naast de ander gaat staan, of achter de ander in plaats van dat je boven de ander staat of voor de troepen uitgaat. Meer dienend.
Als je maar in je functie blijft, doe je je medewerkers tekort omdat ze een eenzijdig beeld krijgen van leidinggeven. Ook zullen er bepaalde medewerkers zijn die minder aan bod komen en zich er minder bij betrokken voelen.
Is het niet een beetje egoïstisch om je verantwoordelijkheden neer te leggen? Je laat toch je team achter?
Dat denk ik niet. Als het een vrije keuze is, dan vind ik dit juist een voorbeeld van moedig leiderschap. Voor mij geldt dat ik door dit besluit even helemaal terug kan gaan naar wie ik ben, wie ik mag zijn en wie ik mag dienen. En als je je rol neerlegt zonder perspectief op een andere baan of een uitkering, dan komt de vraag naar voren: wie ben ik zonder werk? Ik heb er lang mee geworsteld dat ik zelf straks geen inkomen heb, ondanks dat Paul ook inkomen heeft. Wat een worsteling om dan echt vrij te komen. Achteraf kan ik zeggen dat dit de beste beslissing ever is geweest! Ik had in vijf jaar tijd niet zoveel geleerd als ik nu heb geleerd in een paar maanden. En dan gaat het over waarheid ervaren, echtheid ervaren. Dat is meer dan goud.
Het team gaat mij wel aan het hart. Het laatste half jaar heb ik echt geïnvesteerd in mijn team om nog over te dragen wat ik belangrijk vind: de dingen samen doen en elkaars kwaliteiten ontdekken en waarderen. Als dat gebeurt vanuit vertrouwen en vrijheid is dat echt heel gaaf!
Wat doet het met jou nu je regiomanager-af bent?
Het meest lastige is dat ik door een periode ben gegaan waarin ik op dorre grond stond. Dat moet mijn omgeving ook hebben gemerkt. Hoe komt het dat ik daarin niet goed voor mijzelf heb gezorgd? En hoe is er eigenlijk voor mij gezorgd? Niemand heeft mij de vraag gesteld of ik op dorre grond stond. Ik dacht dat ik het zelf wel zou redden en ben toch doorgegaan. Ik had eerder kunnen stoppen. Dit zegt iets over mijzelf dat ik zo lang ben doorgegaan. Ik ben niet in een burn-out terecht gekomen, ook niet ziek geworden, maar ik ben wel te lang doorgegaan. Op deze vragen heb ik nog geen antwoorden. Deze wil ik de komende maanden onderzoeken.
Je hebt in 2019-2020 de persoonlijke leertrack gevolgd en maakt sindsdien deel uit van het netwerk van meer dan tweehonderd undefended leiders. Wat wil je je mede undefended leiders meegeven?
Denk niet dat jij als leider maar door kunt gaan zonder bij te tanken.
Je hebt het zo nodig om input te krijgen van buiten, zoals het volgen van een leertrack. Dat doet een appél op jou om na te denken: Wie ben ik? Wat draag ik bij aan het grote geheel? Die paar uurtjes van de leergesprekken kunnen helpen je plek weer in te nemen en je te realiseren: ik ben een dienaar. Dat je als leider het pad uitstippelt en tred houdt is goed, maar het moet niet altijd door het mulle zand gaan. Het is goed om om je heen te kijken, om te zien of er een stukje is waar het zand hard is en waar je beter kunt gaan lopen. Met een lichtere tred. Ik merk dat ik te veel ben opgeslokt door het werk en dat mijn wereld kleiner werd. De intensiteit werd te groot en daarmee de onrust in mezelf. Die onrust moest wel tot rust worden gebracht. Vanuit rust en vrijheid kun je veel betere beslissingen nemen.
Als je gezegend bent met gezondheid, mentale weerbaarheid en een groot incasseringsvermogen krijg je het idee ‘ik moet dit kunnen’, of ‘dit hoort bij mij’. Ik denk dat het heel goed is om ook je eigen kwetsbaarheid daarin te erkennen en te ontdekken dat je het nodig hebt om soms te rusten. Dit inzicht werd me gegeven tijdens een weekend in een klooster. Ik schreef deze haiku, een vorm van Japanse dichtkunst, waar ik me sindsdien aan optrek:
Ik ben zeer geliefd
De ander wil ik dienen
In rust en vrijheid
Het was een groot moment van genade om opnieuw te ontdekken: ik ben zeer geliefd. Er zijn anderen en er is een Ander die om mij geven. Zo’n moment is heel waardevol. In drukte en stress gaat het allemaal zo over mij: ik moet een oplossing verzinnen, ik moet nog mails beantwoorden. Dan helpt deze haiku mij om het perspectief te verplaatsen en ben ik ook gewoon weer mens. Vanuit de zekerheid dat je altijd in goede handen bent, kun je je weg gaan. Het heeft met kijken te maken. Zoals Johan Cruijff zegt: ‘Je gaat pas zien als je het doorhebt.’ Dan is het geen dorre grond meer. Alles is weer mogelijk. Ik mag weer helemaal opnieuw beginnen!
Vragen om over na te denken:
Anneke Schaap, marketeer bij het praktijkgerichte kenniscentrum Driestar Educatief, start binnenkort met een nieuwe baan. Over het neerleggen van haar functie zegt zij: ‘Ik geef mijn werk terug. Ik heb gedaan wat ik kan en ik heb alles gegeven. Nu is het aan een ander om het op te pakken, het af te maken of het anders te doen.’
Simon Walker heeft onlangs afscheid genomen van STEER Education, waarvan hij CEO was. Hij vertelt:
‘Tien jaar geleden heb ik STEER samen met mijn vrouw Jo opgericht en er werken nu dertig mensen. Jo – die nog een paar projecten aan het afronden is – en ik wisten allebei dat het bedrijf nieuw leiderschap nodig had om in zijn volgende fase te slagen. Bij het neerleggen van onze rol kwam een zorgvuldige planning kijken, zoals het aannemen van een opvolger, het bedrijf uitrusten met kennis voor de fundering (ASC, funderend)*, het team helpen vertrouwen te hebben in het nieuwe leiderschap (VZC, overeenstemmend), het dienen van de nieuwe CEO (AZU, dienend) en het ‘terugtreden’ (AZC, zelfontledigend) om het nieuwe team de ruimte te geven. Jo en ik hebben niets te verliezen met deze stap omdat we deze in vrijheid hebben genomen. Ons ego mag niet afhankelijk zijn van het succes van de onderneming, anderen staan nu klaar. Maar we hebben nog wél iets te geven, en dat is visie (ASU, visionair). Eén dag per week zullen we het team helpen hun visie te versterken met als stip op de horizon ‘de bergtop’. Zo proberen we ‘undefended leiderschap’ in de praktijk te brengen. Het mooie is dat we op deze weg nog steeds nieuwe dingen ontdekken …’
*De lettercombinaties verwijzen naar een van de acht strategieën van macht in een organisatie zoals uitgewerkt in zijn boek ‘Leidinggeven met niets te verliezen – trainen in het uitoefenen van macht’. Te bestellen via deze link.
Door Oeds Blok
Andere woorden voor ‘bevel voeren’ zijn: bevelen, commanderen, gebieden, opleggen, opdragen, opdracht geven. Je kunt ook zeggen: iemand iets laten doen, ervoor zorgen dat iets op een bepaalde manier gebeurt. Iemand die bevel voert, neemt initiatief. Hij of zij bepaalt. Hij of zij zet de kaders voor wat er gaat gebeuren.
Bevel voeren kun je op een goede en een verkeerde manier doen. Het is bijvoorbeeld verkeerd als een leidinggevende een organisatieplan erdoor drukt uit eigenbelang, zonder rekening te houden met de wensen van anderen. Het is opbouwend als bijvoorbeeld een chirurg zijn team organiseert en aanstuurt om een veilige, effectieve operatie uit te voeren. Of als een ouder ‘nee’ zegt tegen zijn kind en het kind daarmee voor een gevaarlijke situatie behoedt.
In onze leertracks merken we dat deelnemers vaak moeite hebben met de bevelvoerende houding. Dat heeft te maken met ervaringen uit het verleden. Ze hebben last gehad van defended dominant leiderschap. Een ouder, leider, docent of wie dan ook die meer gericht was op eigen zelfbehoud dan de eigenheid en vrijheid van anderen. Leiding geven met onvoldoende respect en ruimte voor de ander – subtiel of minder subtiel – is onderdrukkend. Er is dan sprake van grensoverschrijdend gedrag, met alle schadelijke gevolgen van dien.
‘Zo wil ik niet zijn’, is de reactie van deelnemers aan onze leertracks. Ook als we de positieve betekenis van bevel voeren nemen dan geeft dit vaak ongemak. ‘Straks vinden mensen me niet meer aardig als ik duidelijk ben of een grens trek’. Angst om te falen speelt ook een rol. ‘ Straks gaat het mis en weet ik niet meer wat ik moet doen’. Als gevolg daarvan wordt de bevelvoerende houding vaak vermeden. Zeker ook in christelijke kring wordt de bevelvoerende houding al snel als ‘fout’ gezien. We moeten immers lief zijn voor elkaar …
Maar: de bevelvoerende houding kan goed worden ingezet en is soms zelfs noodzakelijk.
Een van de onderdelen van The Undefended Leader is het leiderschapskwadrant. Volgens dit kwadrant hebben leiders drie keuzes in een situatie. Zij kiezen voor de voorgrond of achtergrond, voor sterke of zachte kracht, voor consolideren of uitbreiden. Combinaties van deze keuzes leiden tot acht leiderschapshoudingen. Een van deze houdingen is de bevelvoerende houding: op de voorgrond, met sterke kracht, consoliderend. De bevelvoerende houding is een zelfverzekerde houding, zonder de waardigheid en het gevoel van eigenwaarde van anderen te ondermijnen. Wanneer mensen zich onveilig voelen en geen grenzen krijgen, hebben zij behoefte aan bevelvoerend leiderschap. De bevelvoerende leider brengt orde en controle waar duidelijkheid nodig is, wanneer angst heerst of wanneer de situatie ongezond/onveilig/kritiek is.
In Leidinggeven met niets te verliezen schrijft Simon Walker hoe leiders de bevelvoerende houding undefended kunnen inzetten in situaties die daarom vragen (pagina 69-83). We noemen hier drie situaties.
→ In situaties waarin je angst van mensen kunt helpen reguleren
Denk aan de juf of meester die ‘s ochtends duidelijk aan de klas vertelt wat het plan is voor die dag en wat er van de kinderen wordt verwacht. De juf of meester weet wat er moet gebeuren en heeft tegelijkertijd oog voor de vragen en wensen van de kinderen. Dat geeft vertrouwen aan de kinderen en het stelt ze gerust. Of neem de voorzitter van een vergadering die aan het begin van de vergadering vaststelt welke agendapunten er zijn en hoeveel tijd er aan ieder onderwerp wordt besteed. De bevelvoerende houding wordt ook van je gevraagd op momenten dat het nodig is om op korte termijn keuzes te maken en een koers uit te zetten, zoals geregeld voorkomt in deze coronatijd.
→ In situaties waarin je ongezonde patronen kunt doorbreken
Soms voel je gaandeweg aan dat je leidinggeeft in een ongezond ‘systeem’ dat soms al jarenlang in stand wordt gehouden. Bijvoorbeeld: een paar mensen maken de dienst uit, formele of informele leiders. Als er wordt getornd aan hun visie of hun persoonlijk belang dan gebruiken ze hun macht door te zeggen ‘Zo doen we het altijd al’. Zij kunnen ook lelijk worden en op de persoon gaan spelen. Bij hen is vaak sprake van diepgewortelde defended overlevingsstrategieën, waarin angst en macht verweven raken. De betrokkenen zijn zich hiervan lang niet altijd bewust.
Beschikbaar zijn als undefended leider met de bevelvoerende houding betekent dan het aanspreken van de betrokkenen en een grens stellen aan dominant en lelijk gedrag. Een ongezond patroon hoeft niet per se heftig te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een organisatie die al tijden niet effectief is door een bepaalde werkwijze. De bevelvoerende houding is dan nodig om de strategische doelstellingen in de organisatie daadwerkelijk te kunnen bereiken.
→ In situaties waarin je kunt opkomen voor wie kwetsbaar is
Opkomen tegen misstanden of onrecht vraagt moed. Undefended leiders kiezen voor de vrijheid om te vechten voor wie onrecht wordt aangedaan. Opkomen tegen misstanden wordt je niet altijd in dank afgenomen en kan zorgen voor lijden. Je daagt de status quo uit en dat vinden de heersende machten niet leuk. Ga eens na hoe jij je macht gebruikt ten aanzien van kinderen en jongeren, ouderen, man-vrouw verhouding, mensen die niet meekomen in wat de middenklasse ‘normaal’ vindt, mensen die anders denken en doen dan jij, mensen met een andere kleur, etniciteit en cultuur of een ander geloof.
De undefended leider kan de bevelvoerende houding op het juiste moment ook weer loslaten en kiezen voor bijvoorbeeld de ‘funderende houding’: wat spreken we samen af? Of de dienende houding: de ander verantwoordelijkheid geven en laten bloeien. Of de aansluitende houding: door vragen te stellen anderen betrekken in een ‘gedeelde agenda’, zodat zij meedenken over een aanpak of werkwijze.
Vragen om over na te denken
Door Liesbeth van Tongeren
Eind september heb ik mijn master in management met succes afgerond. Voor mijn afstudeerscriptie heb ik mij het afgelopen jaar verdiept in de vraag of leiders ook last hebben van zichzelf onderschatten of zichzelf overschatten. Het is een fenomeen dat bekendstaat als het Dunning-Krugereffect. In deze blog probeer ik verbinding te leggen tussen de uitkomsten van mijn onderzoek en Undefended Leadership.
Simon Walker werkt in Leidinggeven vanuit wie je bent – Het geheim ontdekken van Undefended Leadership vier undefended doelen uit (hoofdstuk 15). Als undefended leider stel je mensen in staat om:
Als mensen hun worstelingen omarmen, dan vergroten zij hun veerkracht. De Nederlandse vitaliteitsmeter ‘Vita-16©’ van onderzoeksorganisatie TNO meet veerkracht aan de hand van de volgende gedragingen.
Uit onderzoek door onder andere de Amerikaanse psycholoog Martin Seligman blijkt dat de rol van de leidinggevende bepalend is voor de manier waarop zij medewerkers ondersteunen bij hun veerkracht. Om de veerkracht van medewerkers op waarde te schatten, heeft de leidinggevende sociale competentie nodig. Hoe opmerkzaam ben je als leider? Hoe goed schat je je eigen vermogens in?
Het Dunning-Krugereffect toont aan dat onbekwame mensen hun competenties overschatten en bekwame mensen hun competenties juist onderschatten. Onbekwame mensen missen metacognitief vermogen (de kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren). Zij zien niet in dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn. Bekwame mensen onderschatten hun competenties doordat zij de competenties van anderen overschatten (het zogenaamde false-consensus effect).
ʻVeerkracht herkennen is een sociale vaardigheidʼ
Uit mijn onderzoek blijkt dat het Dunning-Krugereffect ook onder leiders optreedt. Ik heb leiders gevraagd om de veerkracht van hun volger in te schatten aan de hand van de vijf gedragingen van veerkracht. Ook de volgers hebben hun eigen veerkracht gescoord. Vervolgens zijn de uitkomsten met elkaar vergeleken. Ondanks de beperkte steekproef kan worden geconcludeerd dat de meest bekwame leiders hun eigen inschattingsvermogen onderschatten, en dat de minst bekwame leiders hun eigen inschattingsvermogen overschatten.
Wat betekent deze uitkomst nu voor een undefended leider? Een undefended leider kijkt zichzelf eerlijk in de ogen en (h)erkent zijn eigen uitdagingen, hoe confronterend ook. Nader onderzoek zal mogelijk (zo is mijn verwachting) het volgende aantonen: een leider die zich herkent in het vormend of definiërend ego zal sneller de eigen bekwaamheid overschatten. Een leider die zich herkent in het aanpassend of verdedigend ego zal sneller de eigen kwaliteiten onderschatten.
Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het vormende – en definiërende ego een groot vertrouwen heeft in zichzelf, terwijl het aanpassende – en verdedigende ego een laag zelfvertrouwen heeft.
In het kader van mijn scriptie doe ik graag drie aanbevelingen:
➔ Hoe kun je als undefended leider je vrijheid vergroten, in het (h)erkennen van overschatten of het (h)erkennen van onderschatten?
➔ Hoe wil je hier de komende tijd verantwoordelijkheid voor nemen? Op welke manier organiseer je hier support voor?
Door Oeds Blok
De afgelopen jaren met Covid 19 hebben ons nog sterker de werkelijkheid laten voelen dat het leven niet maakbaar is. We kregen te maken met ingrijpende veranderingen, persoonlijk, als organisatie en als samenleving. Dit heeft veel gevraagd van ons leiderschap in verlies en openstaan voor nieuwe manieren, in loslaten en initiatief nemen, in zorgen voor jezelf en zorgen voor anderen.
Ieder van ons staat met zijn of haar organisatie aan de start van de laatste maanden van 2021 of van een nieuw seizoen. Dit blog gaat over leiderschap en innovatie. Ik vertel over een proces in het buurtnetwerk Soesterkwartier in Amersfoort waar ik in mijn vrije tijd bij betrokken ben en mede leiding aan geef. Mogelijk brengt het je op ideeën hoe undefended leiderschap en innovatie er uit kan zien op jouw plek!
Casus Experimenteren met ‘sociaal isolement’ in buurtnetwerk Soesterkwartier
Het Soesterkwartier is een volkswijk in Amersfoort met zo’n 11.000 inwoners. De meeste inwoners van de wijk wonen er graag. Tegelijk speelt er best veel aan sociale problematiek. Het buurtnetwerk Soesterkwartier is een actief samenwerkingsnetwerk van de diverse organisaties in de wijk, een netwerk van zowel professionals als bewoners. Onze samenwerking is te typeren met de woorden relatie en respect.
Vanaf 2015 raken we in gesprek over signalen van sociaal isolement in de wijk. We willen daar iets mee, maar hoe? We realiseren ons dat sociaal isolement een zeer complexe en weerbarstige problematiek is. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is wat wij zelf leren. Onze neiging is vaak om allerlei plannen te bedenken om het probleem van sociaal isolement op te lossen. Helemaal niet slecht bedoeld, maar toch… Met een klein voorbereidend team vinden we de ruimte om ons bewust te worden van onze eigen houding en we maken dit bespreekbaar in het buurtnetwerk. Zijn wij zelf niet deel van het stagneren van vernieuwing met onze houding van ‘wij weten het’ en plannen maken zonder te luisteren naar de mensen over wie het gaat?
Dat levert mooie gesprekken op in het buurtnetwerk. We hebben het bijvoorbeeld over het spreken op een wij-zij manier over ‘kwetsbare mensen’. We verwoorden samen de waarde van ‘wederkerigheid’ in ons functioneren: ‘We gaan er niet vanuit dat alleen bepaalde groepen kwetsbaar zijn. De eigen kwetsbaarheid van ieder als mens kan een brug zijn voor onderling contact en gesprek.’ We praten nu anders over kwetsbaarheid.
Er groeit meer een houding van ‘wij weten het niet’. Door deze houding krijgen we scherper zicht op de werkelijkheid. We kunnen de groepen opmerken en onderscheiden waar sociaal isolement met name speelt. Door goed te kijken en luisteren ontdekken we dat het doorbreken van sociaal isolement vaak een praktische aanleiding heeft (bijvoorbeeld: de koelkast gaat kapot) en dat de gezamenlijke betrokkenheid van een professional en een buurtbewoner een succesfactor is voor het doorbreken van sociaal isolement. Vanuit het buurtnetwerk ontstaan 6 experimenten om bij te dragen aan het doorbreken van sociaal isolement. Aan het begin van de vergadering van het buurtnetwerk laat ik vaak mensen ‘vonkjes’ benoemen van wat zij in de praktijk zien gebeuren waar ze blij over zijn. Ongelofelijk wat een energie dat geeft op dat moment!
Een schokmoment is dat iemand van de wijkwebsite zegt: ‘Jullie noemen je een buurtnetwerk, maar de buurt weet niet eens wie jullie zijn. Wat denken jullie wel niet?’ We worden wakker geschud dat samen optrekken met de buurt cruciaal is. Een hoogtepunt voor mij is dat we bij het buurtnetwerk iemand uit de wijk uitnodigen die zelf sociaal isolement heeft gekend. We willen naar haar luisteren en van haar leren! We vragen haar of ze nog tips heeft en ze zegt: ‘Luister naar de mensen die het zelf kennen en meemaken, zoals ik. Zij hebben de kennis.’
We merken dat verandering en vernieuwing niet zozeer een project zijn, maar een doorlopend deels ordelijk en veelal ook meer onordelijk proces. We werken op dit moment samen met de gemeente Amersfoort aan een nieuw ‘wijkperspectief’. De overheid die verantwoordelijkheid en participatie verlangt van de burger, blijkt het bij vlagen toch erg lastig te vinden om te luisteren naar diezelfde burger. We blijven zelf leren en zijn vrij om vanuit ons eigen leerproces ook een luis in de pels te zijn voor de gemeente!
Undefended leiderschap en innovatie
Welke manieren van undefended leiderschap dat kansen geeft voor innovatie kunnen we opmerken in het verhaal van het buurtnetwerk? Ik noem er drie en waarschijnlijk ontdek je er zelf nog meer.
→ Welke manieren van undefended leiderschap dat kansen geeft voor innovatie merk je op in je
eigen situatie?
→ Welke manier van undefended leiderschap dat kansen geeft voor innovatie wil je gaan
uitproberen in de komende tijd? Wanneer en in welke situatie?
Luister ook de podcast over ‘Leiderschap en innovatie’ die Mattijs Kattouw maakte met Oeds Blok. Oeds gaat verder in op de neiging tot beheersing en vertrouwen en als leider ruimte maken voor samen zoeken, waarbij de leider niet zelf alle ideeën hoeft te hebben.
Leuk om te vermelden: drie deelnemers van het buurtnetwerk hebben inmiddels ook de leertrack The Undefended Leader gevolgd!
‘De enkele ontmoetingen met die ene seniore man, bij wie heel het netwerk in Coronatijd als een kaartenhuis is ingestort, die zijn trage dagen doorbrengt met zes woordzoekers per dag, soms zeven, maakt mij bewust van mijn eigen kwetsbaarheid. Ik spreek met hem, drink koffie, luister naar zijn verhalen en vertel over mijn leven. We leren elkaar kennen en waarderen. Wie zie ik daar zitten in die stoel? Tot mijn schrik besef ik dat ik dat zelf zal kunnen zijn, als de klok 30 jaar verder staat.’ Henry de Gooijer, buurtnetwerker Indebuurt033 en deelnemer buurtnetwerk Soesterkwartier
Actie – reactie
Heb je zelf een verhaal over undefended leiderschap en innovatie? Dit mag ook een klein verhaal zijn over een gebeurtenis of ontwikkeling. Mail je verhaal naar info@undefendedleader.nl of stuur een filmpje dat je maakt met je telefoon. Wij zijn geïnteresseerd!